____________________________


Chronieken door

Niek Pijpers '84

____________________________

In 1984 vierde Fanfare Vriendenkring haar 40 jarig bestaan. Een boekje werd uitgegeven ter ere van dit 40-jarig jubileum met nevenstaande tekst van Nico Pijpers.

 

____________________________

Terug naar Fanfare Vriendenkring

Terug naar de hoofdpagina
____________________________

Chronieken van Fanfare Vriendenkring

 

Op 22 oktober 1944 vond in Limbricht de oprichtingsvergadering plaats van fanfare " Vriendenkring "; het begin van 40 bewogen verenigingsjaren van onze fanfare, die daarmee een zeer bijzondere plaats innam binnen het limbrichtse gemeenschapsleven.

De oprichtingsvergadering was het resultaat van slechts een luttel aantal weken van koortsachtige aktiviteit.

Om deze ontwikkeling goed te kunnen bevatten is het noodzakelijk verder terug te kijken in de muzikale geschiedenis van Limbricht.

 

Een aantal decennia voor de oorlog ontstonden, in de toendertijd kleine Limbrichtse gemeenschap, 2 muziekgezelschappen.

De eerste was de fanfare " Eendracht ", die in 1910 werd opgericht vanuit een gelijknamige zangvereniging,

Deze op haar beurt vond haar oorsprong reeds in 1864. In feite vieren we dit jaar dus 120 jaar muziekbeoefening in verenigingsverband.

Het enthousiasme rondom het beoefenen van instrumentale muziek was rond 1910 zo groot, dat slechts twee jaar later op spontane wijze een harmonie werd opgericht, genaamd " Hirundo ".

 

Verderop in dit programmaboekje vindt u een foto van fanfare " Eendracht " uit 1922 met naamsvermelding en een foto van harmonie " Hirundo " met naamsvermelding uit 1927.

Zoals de oudere Limbrichtenaren ongetwijfeld zullen weten, ontstond vanuit dat muzikale enthousiasme echter een rivaliteit tussen de twee verenigingen, die op den duur niet meer gezond te noemen was.

Deze toestand duurde voort tot het begin van de tweede wereldoorlog toen namelijk in 1941, de Duitsers iedere culturele vereniging dwongen, zich te laten inschrijven bij de " Kulturkammer ", om vervolgens daarin een bijdrage te leveren aan de verwerpelijke politiek en propaganda van die tijd.

Verreweg de meeste verenigingen besloten aldus hun aktiviteiten op te schorten; zo ook in Limbricht.

 

In de loop van 1944, in het zicht van de bevrijding, vatten enkele vooruitstrevende muzikanten het initiatief op, om te komen tot een fusie tussen de twee verenigingen.

Na een aantal jaren gedwongen rustpauze, was dit een ideale gelegenheid om aan de door velen ongewenste vooroorlogse situatie een einde te maken.

De fusie-gedachte werd geboren bij de heren w. van Cleef en J. Feyen, van respectievelijk " Hirundo " en " Eendracht ". Om deze zeer gevoelige zaak een wat breder draagvlak te geven, vonden zij al direkt steun bij de heren J. Tummers en J. Hendrikx.

Dit viertal vergaderde voor het eerst op 3 oktober ten huize van dhr. W. van Cleef, amper twee weken na de bevrijding op 18 september.

 

Het eerste en tevens moeilijkste probleem waarvoor men zich gesteld zag was het vinden van een capabele neutrale persoon, die de nieuwe vereniging goed zou kunnen leiden en daarbij de eendracht kon bewaren.

Na rijp beraad werd hiervoor aangezocht en bereid gevonden de heer J.H.C. van de Pol, die geen lid was van beide bestaande verenigingen.

 

De volgende vergadering werd reeds belegd op 9 oktober ten huize van de heer van de Pol. Daarin werden twee belangrijke besluiten genomen nameliik.:

 

-ontbinding van de twee bestaande verenigingen

-alle leden schriftelijk toestemming tot ontbinding vragen

 

Hiertoe werden een tweetal brieven samengesteld. welke aan de leden der verenigingen " Eendracht " en " Hirundo " werden voorgelegd. De tekst van deze brieven luidde als volgt:

 

" Ondergetekenden verklaren zich voorstanders van een plaatselijke muziekvereniging. Zij verzoeken het bestuur, de bestaande vereniging te willen ontbinden conform het bepaalde in de statuten en stemmen voor het oprichten van een muziekvereniging "

 

Op 15 oktober werden alle leden ter vergadering opgeroepen en konden de bestaande verenigingen worden ontbonden. De samenvoeging had algemene bijval gekregen.

De gezamenlijke 53 leden hadden zich alle akkoord verklaard.

Dankzij het doortastende optreden van de vier initiatiefnemers en de heer van de Pol, kon reeds op 22 OKTOBER 1944 de oprichtingsvergadering van de nieuwe fanfare worden gehouden.

De vergadering werd gehouden in de toenmalige zaal Meyers, die vanaf dat moment verenigingslokaal bleef. Vijftig van de voormalige 53 leden meldden zich aan als nieuw lid plus twee nieuwelinqen.

 

Het eerste bestuur van de nieuwe vereniging werd als volgt samengesteld;

 

J.H.C. van de Pol -Voorzitter

P. Schrijven -Penningmeester J.A.H. Hendrikx -Secretaris

TH. Savelkoul -Vice-voorzitter J.W.G. Tummers P.J. Feyen

 

Als erkenning voor bewezen diensten werden alle ex-bestuursleden van de voormalige verenigingen benoemd tot " lid van verdienste ".

Op dit moment is de heer P.J. Feyen, tevens oprichter en nog steeds bestuurslid, de enige overlevende.

 

Een passende naam voor de nieuwe vereniging werd snel gevonden; dankzij professor Menten, die als suggestie de naam " Vriendenkring " naar voren bracht. Deze naam zou het nieuwe elan van muziekbeoefenend Limbricht uitstralen.

Op 29 oktoberwerd de heer J.A. Paes uit Munstergeleen tot direkteur benoemd; voorheen was deze reeds direkteur van " Hirundo ".

De eerste repetitie vond plaats op 5 november 1944, in het lokaal naast de bewaarschool; aanwezig waren 44 leden.

Reeds spoedig daarna nam de vereniging haar intrek in verenigingslokaal Meyers, later geexploiteerd door de heren Counen en Schreurs. Bij de oprichting werd tevens de heer H. Keulen tot vaandeldrager gekozen, die deze funktie echter reeds in 1948 moet overlaten aan een jongere kracht, dhr. M. Heffels.

 

In het begin waren de beschikbare instrumenten niet te best meer.

Velen moesten grondig worden gerepareerd. De nog jonge vereniging wist zich echter van financiele steun te verzekeren van de hele Limbrichtse gemeenschap. Hierdoor werd het mogelijk het instrumentarium binnen enkele jaren op een behoorlijk peil te brengen.

Het eerste optreden naar buiten vond plaats op 1 april1945 bij gelegenheid van het 25-jarig priester-feest van pastoor de Gronckel.

Ter ondersteuning van het hiervoor genoemde bestuur werd op 19 mei 1945 op initiatief van direkteur Paes een "Erebestuur " in het leven geroepen, echter londer stemrecht.

Gedurende de jaren, dat dit erebestuur als lodanig functioneerde, hadden daarin o.a. zitting:

de heren H. Rutten, H. Nohlmans, L. Widdershoven ( voorlitter ), A. Deuss, W. Deuss, E. Daams, M. Claessen, N. Dohmen, J. Tijssen, P. Kusters.

 

Op19 mei 1946 vond het grote vaandelinwijdingsfeest plaats. Het vaandel werd vervaardigd door de zusters uit Simpelveld, die in het vaandel twee in elkaar geslagen handen hadden uitgebeeld symbool voor de gefuseerde twee verenigingen tot een " Vriendenkring ".

Op 13 juli van dat jaar vond de uitreiking plaats van de uniformpetten gemaakt door de firma Derrel uit Stittard.

Onder de kundige leiding van direkteur Paes maakte het korps flinke vorderingen. In februari 1947 werd reeds besloten om deel te nemen aan een concours te Nieuwendijk ( Noord-Brabant ) .Op 26 mei 1947 vertrokken des morgens om 7 uur drie bussen richting Nieuwendijk.

Het resultaat van de deelname in de 3e afdeling was overweldigend : 1 e prijs met lof der jury, hoogste aantal punten van het hele concours, 1e ereprijs en de direkteursprijs. Bij thuiskomst vond een feestelijke begroeting plaats.

 

Direkteur en leden hadden de smaak goed te pakken want het volgend jaar 1948, werd in de 2e afdeling aan een concours in Lexmond ( z.h. ) deelgenomen. De uitslag was weer geweldig, met dezelfde lauweren als het jaar tevoren, kwam de " Vriendenkring " als triomfator over 34 andere muziekkorpsen uit de strijd. Tijdens de op 11 januari 1949 gehouden jaarvergadering werd besloten de derde maal in successie op concours te gaan en nu in de 1 e afdeling.

Met ongekende ijver werd gerepeteerd.Het resultaat bleef dan ook niet uit.

In 1949 werden in Monikkendam ( Noord-Holland ) weer alle prijzen in de wacht gesleept. Hier werd met de zustervereniging " St. Joseph " uit Berg aan de Maas strijd geleverd om de hoogste eer.

Nog was men niet voldaan. De " Vriendenkring " voelde het aan haar eer verplicht een nog hogere trede op de muzikale ladder te bereiken.

In juni 1950 werd voor de 4e maal aan een concours deelgenomen en wel in Kedichem ( Utrecht ) in de afdeling uitmuntendheid en wederom net als de voorgaande jaren dezelfde klinkende resultaten.

Een grootse ontvangst werd de fanfare bij haar thuiskomst bereid, waaraan onder andere door schutterij St. Salvius steeds spontaan werd deelgenomen. Na deze 4 succesvolle jaren achtte het bestuur het, vooral in verband met de hoge kosten, voorlopig niet verantwoord nog aan een concours deel te nemen.

 

Wel werden in de volgende jaren jaarlijks uitstapjes gemaakt, waaraan dan concerten gekoppeld werden. Zodoende kon het muzikale peil toch gehandhaafd blijven.

 

Op 10 en 17 februari 1952 werd door de fanfare een solisten-concours georganiseerd.

In deze eerste jaren waren het vooral het enorme enthousiasme en de voortreffelijke leiding van dhr. van de Pol als voorzitter, en dhr. Paes als dirigent - beiden zijn ons reeds ontvallen - die de vereniging in zo'n korte tijd op dat hoge peil brachten.

In het bestuur hadden inmiddels een tweetal mutaties plaats: dhr. M. Willems werd toegevoegd, terwijl het secretariaat in handen kwam van dhr. H Nohlmans

 

De midden jaren vijftig verliepen erg rustig en vormden min of meer een soort anticlimax na de stormachtige opmars van de 3e naar de afdeling uitmuntendheid.

Hier en daar begon de " Vriendenkring " zelfs al wat scheurtjes te vertonen. Een gevolg van deze lijdlame ontwikkeling was de vervanging van de direkteur Paes in 1957.

Uit een tiental sollicitanten werden de heren Scheffers, Dohmen en Geurts uitgenodigd voor een proefrepetitie. De heer Geurts uit Maastricht werd de nieuwe direkteur, waarbij vermeld mag worden dat het door hem afgekondigde rookverbod tijdens de repetitie wel enig ontzag inboezemde.

 

In 1957 VOND TEVENS DE EERSTE VOORZITTERSWISSELING PLAATS. De heer van de Pol gaf de voorzittershamer in handen van de heer J. Van Cleef. Onder zijn leiding begon de fanfare opnieuw aan een periode van opbloei.

 

Op 18 mei 1958 werd deelgenomen aan een concourste Helden-Panningen in de 1e afdeling met als resultaat 252 punten, een tweede prijs.

Deze enigszins teleurstellende uitslag werd door velen toch gezien als het gevolg van een disfunktionerende dirigent, reden waarom in 1958 weer een direkteurswisseling plaatsvond.

De heer G. Dieteren uit Schinnen werd bereid gevonden de muzikale leiding op zich te nemen en zo toog men vol ijver weer aan het repeteren.

Omdat een concours nog altijd werd gezien als een uitdaging en als objectieve graadmeter voor het muzikale kunnen, werd op 20 juli 1959 wederom deelgenomen aan een concours in Schinnen in de eerste afdeling, met als resultaat een 1 e prijs met promotie, 312 punten. De eer was gered.

 

Op de jaarvergadering in 1960 gaf voorzitter J. van Cleef te kennen deze funktie te willen neerleggen. De vergadering benoemde hem daarop spontaan tot erevoorzitter: als opvolger werd benoemd dhr. L. Widdershoven.

 

Gerrit Diederen stond bekend als een enorm enthousiast muziekbeoefenaar. Op zijn initiatief werd al spoedig een blaaskapel opgericht, die in korte tijd een zeer goede reputatie opbouwde. In dat verband vonden in 1959,1960,1962 en 1963 geweldig geslaagde non-stop boerenkapellen-concoursen plaats.

 

In die jaren draaide de fanfare op volle toeren, met als hoogtepunten de meerdaagse reizen naar het Franse Armois, ten zuiden van Parijs in augustus 1961 en augustus 1962.

De aldaar woonachtige, uit Geleen afkomstige, pastoor Dohmen, zocht naar financiele bronnen om de parochiekerk een hoognodige restauratie te laten ondergaan. Via enkele kontaktpersonen werd snel duidelijk dat de " Vriendenkring" daaraan een bijdrage zou kunnen leveren in de vorm van open lucht-concerten.

De ontvangst aldaar en de Franse waardering voor de Limbrichtse fanfaremuziek maakten een zodanige indruk, dat daar nu, ruim 20 jaar later, nog regelmatig over wordt gesproken.

 

Daarnaast vonden ook plaatselijk een aantal aktiviteiten plaats.

Een aantal jaren lang werd op koninginnedag een concert gegeven op de Platz. In januari 1961,1962 en 1963 werden winterfeesten georganiseerd met uitroeping van een winterkoningin.

In het kader van het uniformenfonds vonden de nodige aktiviteiten plaats, zoals het houden van bals, kienen en de annalen vermelden zelfs dat t.b.v. dit fonds in 1960 1.000 hanen werden gefokt.

In 1961 konden, via de vele inspanningen, daartoe, nieuwe uniformen worden aangeschaft voor een bedrag van f. 11.059,-.

In juli 1960 werd een tweedaags uitstapje naar de Eifel ondernomen.

 

De blaaskapel was in die tijd zeer aktief.

Naast het organiserenvan de eerder genoemde 4 kapellen-concoursen in Limbricht, werd ook deelgenomen aan diverse concoursen elders. In 1962 werd om de hoogste eer gestreden in Gratemen Nieuwstadt en in 1963 behaalde men op het concours in Eysden zelfs het Limburgse kampioenschap.

 

Zoals zo vaak in .het verenigingsleven, worden hoogtepunten snel opgevolgd door periodes van teruggang. De crises die echter in 1962 en 1963 volgden, zouden bijna fataal voor de vereniging zijn geworden. Naast een aantal andere oorzaken, wordt algemeen toch als hoofdzaak gezien het verschil in opvatting over de muziekbeoefening tussen de dirigent en het merendeel der leden.

Twee problemen stonden daarbij centraal, namelijk de zeer sterke bloei van de blaaskapel, hetgeen ten koste ging van de fanfare en de omgang tussen dirigent en leden tijdens de repetities.

Het gevolg hiervan was dat het ene na het andere lid de vereniging de rug toekeerde.

De ontwikkelingen leidden medio 1963 uiteindelijk tot een crisis. De zwaar uitgedunde vereniging telde toen nog 26 leden, waarvan er ca. 14 regelmatig de repetities bezochten. Zoals te verwachten viel vond in die woelige tijd de derde direkteurswisseling plaats. Als nieuwe dirigent werd in mei 1963 aangetrokken de heer J. Diederen uit Schinnen, die deze plaats momenteel nog steeds bezet. Met deze direkteurswisseling was de fanfare echter nog lang niet gered. De tweedracht vierde hoogtij, het repetitiebezoek was abominabel slecht. De kersverse direkteur dreigde zelfs weer met opstappen indien geen verbetering zichtbaar zou worden.

In 1964 werden drie algemene ledenvergaderingen gehouden, met als hoofdthema: Doorgaan of stoppen ! !

Op de laatste vergadering op 28 oktober 1964 trad zelfs het volledig bestuur af. Slechts drie personen namen toen op zich een nieuw bestuur te vormen en samen met eem handje vol leden de vereniging alsnog voort te zetten.

Dit overgangsbestuur bestond uit:

 

J. Dolje -Vice-voorzitter

J. Schmeitz -Secretaris

L. Wehrens -Bestuurslid

 

Vanaf dat moment keerde de rust enigszins terug en kon worden begonnen aan een moeizame wederopbouw.

Als eerste stap in de goede richting vond een werving van nieuwe, vooral jeugdige, leden plaats.

De aktiviteiten van de vereniging werden in de resterende zestiger jaren beperkt tot opluistering van kerkelijke festiviteiten en een enkel concert in de regio.

 

In 1965 werd voor de eerste maal deelgenomen aan het Maasgouwtoernooi, dat sinds 1964 jaarlijks wordt georganiseerd.

Voor de rest was het timmeren aan de weg voor de " Vriendenkring ". In de loop van 1965 werd dhr. P. Timmermans benoemd tot voorzitter en bleef deze funktie uitoefenen tot 1969, toen hij werd opgevolgd door dhr. J. van Hegelsom, die daarvoor secretaris was.

 

De wederopbouw periode bracht echter zijn specifieke problemen met zich mee. Door de toename van het aantalleden met vooral jeugdige onervaren muzikanten duurde het verscheidende jaren voordat de fanfare weer enigszins op muzikaal peil kwam. Om die reden zag men zich genoodzaakt om vanaf 1966 bijna jaarlijks uitstel aan te vragen aan de Limburgse bond van de verplichting tot deelname aan een bondsconcours.

Teneinde de jeugdige muzikanten toch te blijven prikkelen bezoekt men in die jaren talloze solistenconcerten waar vaak zeer goede resultaten werden bereikt.

Een ander nijpend probleem dat opdoemde was van financiele aard. Vanwege de snelle groei van het ledental en daarnaast door veroudering van het instrumentarium moest een zware aanslag op de verenigingskas warden gedaan, die uiteraard bij lange na niet toereikend was.

Om de opmars van de herboren vereniging niet al te zeer te belemmeren werden allerlei akties op touw gezet: kienavonden, loterij, donateursrondgang, papieraktie etc. In 1969 werd zelfs een comite van Bijstand opgericht, met het doel financiele middelen te vergaren.

Niet alleen het blazerskorps, doch ook de drumband bloeide vanaf 1965 weer helemaal op vanwege een toenemend aantal leden en de zeer gewaardeerde leiding van het eigen lid dhr. L. Meyers.

 

In 1969 kam weer eens een groot feest warden gearganiseerd vanwege het 25-jarig bestaan van de fanfare.

De vereniging telde toendertijd weer ruim 40 spelende mulikanten, de aanloopmoeilijkheden waren voorbij en men durfde zich weer zonder schroom naar biuten toe te presenteren.

Reden om van 20 tot 22 juni uitbundig feest te vieren

Men begn zelfs weer te denken aan een bondconcours in 1969 of 1970; het duurde echter mog tot 1972 alvorens de vernieuwde vereniging haar krachten ging meten.

In november 1970 werd de heer L. Keulen geeerd met het bondsinsigne met smaragd door de heer A. Mosterd van de Limburgse bond bij gelegenheid van zijn 55-jarig muzikantenjubileum.

 

Op 26 maart 1971 werd een grote stap voorwaarts gezet toen burgemeester Corten namens de gemeenschap nieuw instrumentarium kon aanbieden ter waarde van f. 17.000,-.

Ook dit werd uitbundig gevierd met een Heilige Mis, een rondgang door het dorp en een afsluitend concert.

Rond carnaval 1971 ontstond een traditie die tot op heden nog voortduurt.

Een onzer leden, dhr. J. Dolje, was toendertijd opgenomen in het verpleegtehuis Invia in Sittard.

Om ook de patienten van Invia de carnavalsbeleving niet te onthouden werd samen met de carnavalsvereniging de Doale een knallende revue verzorgd. Vanwege de enorme waardering is dit sindsdien een jaarlijks terugkerend gebeuren.

 

1972 werd voor de vereniging sinds lange tijd weer een glorieus jaar.

Op 8 en 9 april werd een beloek gebracht aan de Duitse plaats Nauheim bij Frankfurt. Dit werd zowel op muzikaal gebied als qua vertier een uitstekende reis.

Op 17 september werd deelgenomen aan een bondsconcours te St. Odilienberg. Daar werd in de 2e afdeling een zeer verdienstelijke 1 e prijs met promotie naar de 1 e afdeling gehaald met 288 1/2 punten.

Daar bleef het echter niet bij. Vanwege voornoemd resultaat kon deelgenomen worden aan de kampioenswedstrijden van de Limburgse bond in Echt op 3 december.

Daar werd de kroon gezet op vele jaren hard zwoegen en opbouwend werk in de vorm van het behalen van de kampioenswimpel in de 2e afdeling.

De fanfare had bewezen wat ze waard was en kon de toekomst met trots en vertrouwen tegemoet zien.

 

In 1973 werden vooral veel plaatselijke aktiviteiten opgeluisterd zoals sportmanifestaties, openingen en carnaval, naast de traditionele opluistering van kerkelijke aktiviteiten.

Tevens organiseerde de fanfare zelf een driedaags zomerfeest, waarin een tegenbezoek gebracht werd door de muziekvrienden uit Nauheim.

In dat jaar traden tussentijds een groot aantal bestuursleden af, nl. de heren W. Deuss, Woestenburg, W. Heussen L. Corten, P. Stoffels en C. Wehrens.

Na een gebruik van ruim 10 jaar, kwamen langzaam ideeen tot ontwikkeling om te komen tot vervanging van de uniformen.

N.a.v. het bezoek aan Nauheim had men toen in gedachte, een uniform zonder hooddeksel aan te schaffen,

De krappe financien noopten tevens tot een sobere uitmonstering.

Via Dhr. Steg, destijds medewerker bij de fa. Macintosh werd uiteindelijk een vlot combinatiepak uitgekozen beige broek, bruine colbert, een geel sporthemd en een bruine stropdas,

Deze relatief goedkopere uniformering was toen vrij ongebruikelijk in de fanfarewereld, maar spaarde tegelijkertijd de schaarse geldmiddelen voor noodzakelijker uitgaven, zoals instrumentarium

De gemeente had nl een subsidieverzoek afgewezen De nieuwe uniformen werden aangeboden op 17 mei 1974 door de erevoorzitter PJ van Cleet

Deze datum viel gelijk met de viering van het 30-jarig bestaansfeest dat plaatsvond in de hal van de frisdrankenfabriek "De Molenbron ", daartoe belangeloos ter beschikking gesteld door dhr: PJ van Cleet

Naast een receptie, beierse avond, wielerronde en concerten werden de volgende jubilarissen gehuldigd: JAM Hendriks ( 40 jaaer ), PJ Fijen (40 jaar), PM Willems (40 jaar ), H Steg ( 25 jaar). Pikant detail bij deze jubileumviering was het politiek tintje dat hieraan verbonden was. Door de niet bijster enthousiaste samenwerking toendertijd tussen wethouder PJ van Cleef en Burgemeester F Corten, zag deze laatste zich genoodzaakt de vereniging schriftelijk te feliciteren, daar hij zich niet wilde begeven op het feestterrein van de frisdrankenfabriek " DeMolenbron ", eigendom van de wethouder!

Biutendorps werd dat jaar deelgenomen aan het Maasgouwentoernooi te Nieuwstadt, Oogstdankfeest te Berg aan de Maas, 80-jarig bestaansfeest Harmonie Obbicht en het 110-jarig bestaansfeest Aurora, Grevenbicht .

Tussendoor werden regelmatig H Missen opgeluisterd ter gelegenheid van huwelijk en 25--jarig huwelijk

 

1975 was voor de Vriendenkring een zeer druk jaar.

Naast de gebruikelijke opluisteringen binnen en buitendorps, werd in april een zeer geslaagd lente-concert verzorgd in het Belgisch-Limburgse Heppen.

In mei werd in de buurt Zuid-West een wielerronde georganiseerd in samenwerking met de wielerclub "de Ster ".

Deze aktiviteit vormde na het kienen, vriendenkringaktie, donateursaktie, etc. een nieuwe bron van inkomsten,

In oktober werd op grootse wijze luister bijgezet bij gelegenheid van het gouden huwelijksfeest van de nestor L. Keulen, die daarmee tevens zijn 60-jarig lidmaatschap vierde als spelend lid, een unicum in onze vereniging,

Namens de fanfare "Vriendenkring " werd hem een speciaal daarvoor een door de vice-voorzitter Rijnders ontworpen en vervaardigde oorkonde overhandigd, alsmede een gouden kettinghorloge met inscriptie.

Namens de R.K. Limburgse Bond voor Muziekgezelschappen bood hoofdbestuurslid Dhr. A. Mostard uit Dieteren de heer Keulen het gouden Bonds-insigne met robijnen aan.

Heel Limbricht gaf acte de precence bij dit dubbelfeest.

 

In november was het wederom feest; nu echter ter gelegenheid van het koperen huwelijksfeest van de voorzitter J. van Hegelsom, die daartoe thuis heel de vereniging had uitgenodigd.

In de midden zeventiger jaren ontstonden ook problemen met het repetitielokaal. Vanwege allerlei omstandigheden moest van het verenigingslokaal Schreurs, diverse malen worden uitgeweken naar cafe Salden of het gemeenschapshuis. Uiteindelijk viel de keus op het gemeenschapshuis omdat hier een vaste repetitieavond nl. op vrijdag het best kon worden gegarandeerd.

 

Evenals 1975 bracht ook 1976 een druk programma,

Zo werd in februari meegelopen in de carnavalsstoette Titz (Duitsland) hetgeen door de Duitse gastgevers zeer op prijs werd gesteld.

In maart werd een concert verzorgd in het Noord-Limburgse Broekhuizen.

Als topaktiviteit van dat jaar gold de wielerronde en wielerzesdaagse op hometrainers.

Dit gebeuren werd niet alleen als attractie, doch ook in financieel opzicht een geweldig succes.

Dankzij de goede samenwerking van leden, sponsors en de hele gemeenschap kreeg de vereniging een financiele injectie, waarvan vrij snel daarna werden aangeschaft: een stel nieuwe pauken twee tuba's, complete vernieuwing van alle bugels.

Rond carnaval werd vanuit de vereniging, met enig argwaan, een blaaskapel opgericht: genaamd "Leyemborgh-kapel".

De doelstelling was uitdrukkelijk het opluisteren van plaatselijke festiviteiten. Geheel in tegenstelling met deze aktiviteiten werd tot tweemaal toe een post- hume hulde gebracht; in augustus aan het graf van de oprichter en lid vam verdienste W. van Cleef en in oktober aan het graf van Th. Savelkoul, oud-sec- retaris en lid van verdienste.

 

Het verenigingsjaar 1977 liep erg goed van start.

Twee belangrijke opgaven waren er in dat jaar namelijk te vervullen, te weten:

1. een puike organisatie van het Maasgouwentoernooi op 4 en 5 juni 1977 en,

2. een geslaagde deelname aan het Bondsconcours te Holtum op 18 september.

 

Mede gelet op de organisatie van he Maasgouwentoernooi werd het verplichte concourswerk "Kermesse" reeds vroeg ter hand genomen en bestudeerd. Na het Maasgouwtoernooi zou met de verfijning van het stuk worden begonnen. Het Maasgouwtoernooi op 4 en 5 juni werd een in het Maasgouwgebeuren ongekend succes, ondanks de slechte weersomstandigheden.

Veel waardering voor de organisatie kwam er ook van alle deelnemende korpsen. De door de ere-voorzitter beschikbaar gestelde Molenbronfrisdrankenfabriek werd door een eendrachtige samenwerking omgetoverd tot een mooi aangeklede muziekhal met een goede akoestiek.

Diverse dames van de leden hadden ten behoeve van de aankleding van de hal prachtig werk verricht.

Op 5 juni 1977 werd tevens het 40-jarig lidmaatschap als muzikant herdacht van de heer Keulen.

Het hieraan verbonden bondsinsigne met oorkonde werd hem uitgereikt door de heer A. Mostard.

Na het Maasgouwtoernooi werd alle aandacht geconcentreerd op de concours- deelname.

Alles beloofde goed te gaan.

Het pechduiveltje echter kwam ons parten spelen en bracht onze direkteur ziek te bed voor geruime tijd.

Ais gevolg van de ziekte van de direkteur werden de concoursdeelname en de toegezegde concerten in Buchten en Guttecoven geannuleerd.

Op plaatselijk nivo werden alle daarvoor in aanmerking komende feiten met muziek van onze fanfare opgeluisterd.

Dankbaar musiceren is steeds de opluistering van een kerkdienst.

Een bijzondere gelegenheid was de opening van de bijgebouwen van het Kasteel

 

In februari 1978 werd wederom de carnavalsoptocht in Titz opgeluisterd; in maart werd in de Molenbronzaal een lente-concert verzorgd

De deelname aan het Maasgouwentoernooi in mei in Einighausen dreigde op het laatste moment mis te lopen Enkele dagen voor het optreden werd de dirigent door ziekte gedwongen rust te houden

Dhr Meex uit Geleen was bereid voor deze gelegenheid de dirigeerstok over te nemen; en met succes

Met slechts twee repetities werd het wek " Kermesse " uitgevoerd met het predikaat zeer goed

Deelname aan het bondsconcours moest derhalve wederom worden uitgesteld. In september kreeg de goede verstandhouding met Schutterij St Salviusgestalte in de vorm van een jaarlijks te organiseren feest in het najaar onder de naam Salvri-feesten

Het eerste feest slaagde goed. In oktober moest de vereniging een droeve plicht vervullen door het heengaan van de nestor van de vereniging dhr lambert Keulen. De begravenis werd op gepaste wijze opgeluisterd en wij begeleidden hem tenslotte naar zijn laatste rustplaats

In 1979 werd tweemaal een bezoek gebracht aan de Pepijn-klinleken in Echt. Rond carnaval werd door de leyemborg het ouw-wieverbal muzikaal luister bijgezet en enige tijd later het lentefeest met de hele fanfare

Naast de gebruikelijke optredens en aktiviteiten zoals Maasgouwentoernooi en Salvri-feesten vormde de deelname aan het bondsconcours te Ransdaal in september toch verreweg de belangrijkste aktiviteit dat jaar

 

 

le deelname kreeg echter een bijsmaak toen bleek dat de Limburgse bond deelname in de eerste afdeling niet accepteerde vanwege de twee opeenvolgende jaren van uitstel.

Ook na het beroep op overmacht van onze fanfare, vanwege de ziekte van de dirigent, bleef de bond onvermurwbaar.

Deze onwrikbare houding grief de het bestuur zodanig dat een kort geding werd aangespannen tegen de bond met als inzet; al of niet degraderen naar de tweede afdeling.

Helaas pakte een en ander negatief uit, zodat het ingestudeerde werk in de tweede afdeling zou worden gejureerd.

De vereniging had zich echter, ondanks alle tumult goed voorbereid, o.a. door deelname aan toernooi met jury-beoordeling te Heythuysen.

Op 23 september werd aldus deelgenomen aan het concours te Ransdaal in de tweede afdeling.

Het behaalde resultaat, een eerste prijs met 288 punten, gaf recht op promotie naar de eerste afdeling. De degradatie had zodoende maar een week geduurd. De huisvesting van de vereniging vormde in die jaren een probleem. Gerepeteerd werd in het oude verenigingsgebouw waar in 1977 en 1978 tevens een klas van de lagere schaool in gehuisvest was.

Na ontruiming bood de oude lagere school in 1979 en 1980 enig soulaas. Toen deze echter eind 1980 verbouwd ging warden moest uiteindelijk een toevlucht worden gezocht in de werkplaats van garage Margaroli.

Het geopende nieuwe gemeenschapshuis werd vanaf september 1981 het verenigingslokaal, alwaar goede repetitieruimte aanwezig was.

Vanaf september 1980 tot september 1981 waren de gezamenlijk met zaalhouder Menten georganiseerde kienavonden een nieuwe financiele inkomstenbron. Een erg belangrijke steun hierbij was het medio 1980 opgerichte damessteun-comite, dat sinds haar oprichting met ongelofelijke inzet al ettelijke duizenden guldens voor de vereniging bij elkaar verzamelde.

Einde 1980 vond de aanbesteding plaats van een nieuw vaandel bij de zusters te Steyl Tegelen; tevens werd besloten tot aanschaf van een nieuwe bas.

Beide werden volledig gefinancieerd door het damescomite en op 1 mei 1981 door een trotse voorzitser aan de vereniging aangebodenn

De drumband draaide die eind zeventiger jaren niet meer zo best.

Sinds het opstappen van instrukteur L. Meyers in juni 1977 kende men tijden zonder instrukteur afgewisseld door korte periodes waarin een nieuwe instrukteur de zaak weer wat leven inblies.

Sinds 1982 wordt de drumband geleid door dhr. E. Willems.

Hoewel in 1980 eigenlijk een vrij rustig jaar was, konden in 1981 toch weer een groot aantal buitendorpse concerten worden verzorgd.

Aan binnendorpse aktiviteiten waren vooral van belang de opluistering van het 725-jarig bestaansfeest van Schutterij St. Salvius in juni en de organisatie van een avondwielercriterium in juli.

 

 

In mei viel tevens het besluit tot aanschaf van nieuwe uniformen

 

Per 1 januari 1982 vond de gemeentelijke herindeling plaats waarbij Limbricht werd opgenomen in de gemeente Sittard.

Dit had voor 1982 meteen twee nieuwe aktiviteitentot gevolg nl. deelname aan de kinder-carnavalsoptocht en deelname aan het stadstoernooi in de schouwburg. Het belangrijkste vermeldingswaardige feit in 1982 vormde de aanbieding van de nieuwe uniformen op 2 april.

Na de bruine combinatiepakken, vormde de nieuwe uitmonstering compleet met hoofddeksel weer een traditionele doch waardige aankleding.

Een andere positieve ontwikkeling was de sterke aanwas van jeugdige muzikanten sinds 1980.

Omdat de jeugd voor een vereniging als de onze zo van vitaal belang is wordt sinds augustus 1982 jaarlijks voor deze groep een uitstapje georganiseerd, teneinde ook in ander opzicht een binding met de vereniging tot stand te brengen.

 

Tot zovereen chronologisch overzichtover het wel en wee van 40 bewogen jaren van fanfare "Vriendenkring ".

Bij de inleiding heb ik geschreven over de bijzondere plaats naast andere verenigingen, die onze fanfare inneemt in- het Limbrichtse gemeenschapsleven.

De plaats dankt de vereniging vooral aan de enorme steun die vanuit de gemeenschap en in het bijzonder van de middenstanders wordt ontvangen. De organisatie van ons 40-jarig jubileum bewijst dat ten volle.

 

Mag ik tot slot de wens uitspreken dat de muziekbeoefening bij fanfare " Vriendenkring " op deze wijze tot in lengte van dagen mag blijven voortbestaan.

 

N. Pijpers,

April 1984